
Een trichogram is een haarwortelonderzoek.
Bij een trichogram wordt een plukje van een 50-tal haren uitgetrokken.
Daardoor wordt een representatief staal bekomen van de haarwortels van deze zone van de hoofdhuid.
De haarwortels tussen twee draagglaasjes geplaatst en bekeken onder de microscoop.
Aan de hand van de vorm van de haarwortel kunnen we zien in welke fase van de haarcyclus dit haartje zich bevindt. Op die manier weten we dus hoeveel haren zich bij jou gemiddeld in de anagene (groei)fase zitten en hoeveel in de telogene (rust)fase.

Het telogeen percentage is een maat voor hoeveel haren klaar zitten om uit te vallen.
Daarnaast kan ook de diameter van de haarvezels bekeken worden. Gaat het vooral om veel dikke haren of zitten er veel fijne haren bij.
Een trichogram is pijnlijk, doch de pijn is van zeer korte duur (seconden).
Er hoeft niet gesneden te worden.
De haren die uitgetrokken worden bij een trichogram zijn niet verloren. Binnen enkele weken groeien er nieuwe haartjes op deze plaats. In hetzelfde haarzakje, dat aanwezig blijft, vormt zich een nieuw haartje. Je kan het zien als “epileren”, deze haren groeien ook terug.
We kunnen dit microscopisch onderzoek niet uitvoeren op haren die spontaan loskomen of die je zelf meebracht. Dit zijn immers altijd telogene haren en zijn geen weergave van de haarcyclus.
Na een trichogram kan tijdelijk een miniem kaal plekje van enkele millimeter ontstaan. Dit plekje is pas zichtbaar als de haren exact op deze plaats in een scheiding worden gelegd. Na enkele weken tot maanden groeit opnieuw haar op dit plekje.
We kiezen als dat mogelijk is dan ook een plaats die niet in de gewoonlijke scheiding ligt.
Meestal moet een trichogram uitgevoerd worden bovenop de kruin of op het voorste deel van de hoofdhuid en een tweede volledig op het achterhoofd. Het trichogram bovenaan is noodzakelijk bij vermoeden van een androgenetische alopecie (nieuwe termen male pattern hair loss en female pattern hair loss) omdat deze zones het meest gevoelig zijn voor haaruitval bij deze aandoeningen. Een staal van een andere zone op de hoofdhuid geeft dan onvoldoende informatie.
Hoe groeit ons haar ? In tegenstelling tot onze nagels, die doorlopend groeien, loopt de haargroei in fasen (fig 2). Het is een cyclisch proces en wordt gekenmerkt door een groei- (anagene), overgangs- (katagene), en een rust-(telogene) fase. Aan het eind van de rustfase valt het haar spontaan uit. Diep in de huid is reeds een nieuwe haar aanwezig en deze is dan in de groeifase en groeit vanuit de haarwortel in het haarzakje na ongeveer drie weken door de huid heen naar buiten. Het haargroeiproces begint nu weer van voren af aan met de groei- overgangs- en rustfase. Dit proces noemt men de haarcyclus. De groeifase op de behaarde hoofdhuid duurt 4 tot 6 jaar, terwijl de groeisnelheid ongeveer 0.35 mm tot 1 cm per maand is. De overgangsfase duurt ongeveer 14 dagen en de rustfase 3 tot 4 maanden. Aan het eind van de rustfase laten de haren gemakkelijk los en vallen spontaan uit of laten los door kammen, borstelen of wassen. Normaliter verliest een volwassene 50 tot 100 hoofdharen per 24 uur en verkeert ongeveer 80% van alle hoofdharen in de groeifase.